Heb je spaargeld of ander vermogen in box 3? Tot nader order hoef je hierover geen belasting te betalen. De Hoge Raad heeft korte metten gemaakt met de manier waarop de vermogensrendementsheffing tot nu toe wordt berekend. Het oordeel luidt dat de heffing moet worden gebaseerd op werkelijk rendement. Dat is een flinke puzzel voor de politiek en Belastingdienst.
Over het vermogen dat je hebt opgebouwd, door bijvoorbeeld te sparen of te beleggen, moet je belasting betalen. Het eerste deel van dat vermogen is op dit moment vrijgesteld tot €50.650 (bij fiscaal partnerschap dus €101.300). Over het bedrag boven deze vrijstelling ben je belasting verschuldigd. Hierbij gaat de Belastingdienst uit van een fictief rendement.
Fictief rendement niet realistisch
De fiscus gaat er dus vanuit dat mensen verdienen aan hun vermogen. In de praktijk blijkt het uitgangspunt niet realistisch, zeker voor de 1,3 miljoen mensen die hoofdzakelijk sparen. De rente die je ontvangt over het spaargeld is ongekend laag en in sommige gevallen zelfs negatief. Het fictieve rendement gaat voor deze groep dus niet op en zij betalen hierdoor belasting over rendement dat ze eigenlijk niet maken.
Vermogensheffing in box 3 al langer onder vuur
Onrust over de vermogensheffing in box 3 is niet nieuw. De Bond voor Belastingbetalers spande voor de jaren 2017 en 2018 al een bezwaarprocedure aan, waar 60.000 mensen aan deelnemen. In de afgelopen tijd is de houdbaarheid van de belasting verder afgebrokkeld. De huidige vermogensrendementsheffing is zelfs in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens, zo oordeelde de rechter.
De Hoge Raad oordeelt nu ook dat er rechtsherstel moet plaatsvinden. Met andere woorden, ten onrechte betaalde belasting moet terugbetaald worden. Hoe dit verder vorm krijgt is nog niet bekend. Daarnaast is nog niet duidelijk of belastingplichtigen die niet hebben meegedaan aan de bezwaarprocedure ook gecompenseerd moeten worden.
Geen aanslag, wel aangifte
Staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingen) liet maandag aan de Tweede Kamer weten dat er tot nader orde geen aanslag of beschikking geldt over het vermogen in box 3. Voorlopig hoeft niemand in Box 3 belasting te betalen en geldt ook geen recht op een teruggave. Dit neemt niet weg dat je wel aangifte moet doen waarin je ook jouw eventuele vermogen opgeeft. Wat de Belastingdienst daar uiteindelijk mee doet is nog niet duidelijk. Helder is wel dat in het vervolg de inkomsten, die je daadwerkelijk hebt, gaan tellen en niet meer wordt uitgegaan van een standaard rendement.
Op het uitstel van de vermogensheffing gelden de volgende uitzonderingen:
- Wanneer er verjaring dreigt
In dat geval kan later geen aanslag meer worden opgelegd. Na vijf jaar is er sprake van verjaring. Dus het voorlopige uitstel geldt niet voor de aanslagen over 2017 en 2018. - Wanneer dit in het nadeel is van de burger
Dit is bijvoorbeeld het geval als de voorlopige aanslagen die in 2022 op ‘normale’ wijze zijn afgerond. Als dit wijzigt kunnen burgers in problemen komen omdat ze opeens geen teruggave meer ontvangen.
Hoewel je wel belastingaangifte moet doen in box 3, zul je hier vooralsnog nog geen aanslag of beschikking over krijgen. De overheid en Belastingdienst staan voor de uitdaging om zowel de belasting zelf als de (IT) systemen aan te passen. Dat is niet vandaag of morgen geregeld.