Steeds meer mensen hebben moeite met het vinden van een betaalbare koopwoning. Vooral starters en mensen met een middeninkomen vissen vaak achter het net. Zij moeten het opnemen tegen investeerders en beleggers die op dezelfde woningen azen, met het doel ze te verhuren. Door een wetswijziging kunnen gemeenten dit vanaf 1 januari ontmoedigen. Hoe zit dat per stad?
Door de wet ‘Opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur’, kunnen gemeenten vooraf bepalen welke woningen onder de opkoopbescherming vallen. Huizen kunnen door de bescherming niet zomaar gekocht worden voor verhuur. Los van uitzonderingen moet je zelf de hoofdbewoner worden van de gekochte woning.
Uitzonderingen opkoopbeschermingen woningen
Er zijn drie uitzonderingen op de opkoopbescherming. In de volgende situaties moet de gemeente toch een vergunning voor verhuur verlenen:
- De woning wordt verhuurd aan familie (eerste- en tweedegraads bloed- en aanverwanten).
- Verhuur van woningen die onderdeel zijn van een winkel, kantoor of bedrijfspand.
- Bij tijdelijke verhuur van de woning. Op voorwaarde dat de eigenaar er minimaal één jaar zelf heeft gewoond.
Gemeenten hebben de vrijheid om ook andere uitzonderingssituaties vast te stellen. Bijvoorbeeld wanneer deze passen bij de problematiek of samenstelling van de buurt. De opkoopbescherming geldt in principe voor vijf jaar, daarna vindt een evaluatie plaats.
Amsterdam en Rotterdam hebben concrete plannen
De gemeenten Amsterdam en Rotterdam ondernamen recent al stappen. In Amsterdam gaat een zelfbewoningsplicht gelden voor woningen met een WOZ-waarde tot €512.000. Deze maatregel omvat 60 procent van de woningvoorraad. Wie een woning met zelfbewoningsplicht koopt en toch wilt verhuren, moet hier een vergunning voor aanvragen.
In Rotterdam geldt al een zelfbewoningsplicht voor nieuwbouwwoningen. Vanaf 1 januari wordt dit uitgebreid. De maatregel wordt wel soepeler dan in Amsterdam. Het doel is vooral om kwetsbare wijken leefbaar te houden. De zelfbewoningsplicht gaat gelden in 16 wijken en geldt voor woningen met een WOZ-waarde tot €355.000.
Opkoopbescherming in andere grote steden
Andere groet steden zijn ook van plan om aankoopbescherming door te voeren. Zo geldt in Utrecht al een zelfbewoningsplicht en anti-speculatiebeding voor bepaalde nieuwbouwwoningen. Het laatste houdt in dat je een deel van de eventuele winst aan de gemeente moet afdragen wanneer je de woning binnen vijf jaar weer verkoopt. Deze maatregelen gaat de gemeente nog niet ver genoeg. De opkoopscherming moet voor de hele stad gaat gelden, met een zo hoog mogelijke prijsgrens. Dit zijn de plannen die andere steden tot nu toe hebben:
- Den Haag:
Gemeente Den Haag hoop zo snel mogelijk na 1 januari met een opkoopbescherming voor de hele stad te komen. De hoogte van de prijsgrens is nog niet bekend. Daarnaast lobbyt Den Haag om ook hoge huren aan te pakken. - Eindhoven
Gemeente Eindhoven kijkt ook positief naar de opkoopbescherming. Pas in 2022 zal hier een besluit over worden genomen voor welke wijken dit gaat gelden en wat de prijsgrens gaat zijn. - Groningen
Groningen staat ook welwillend tegenover de mogelijkheid om woning aankopen door beleggers tegen te gaan. Zij onderzoeken de mogelijkheden nog. - Tilburg
Begin september liet gemeente Tilburg weten dat er mogelijk een zelfbewoningsplicht komt voor woningen tot de NHG-grens voor de hele gemeente.
Heb je zelf een woning op het oog om te kopen voor de verhuur? Onderneem snel actie. De kans is groot dat tal van gemeenten uiteenlopende vormen van opkoopbescherming in gaan voeren. De vraag in hoeverre de woningmarkt hiermee daadwerkelijk vlotgetrokken wordt laten we in het midden…
