In 2018 hadden Nederlandse huishoudens een doorsnee vermogen van 38,4 duizend euro. Ten opzichte van een jaar eerder lag dit vermogen 10 duizend euro hoger. Dit was overigens niet direct terug te zien op de bankrekening. De stijging komt vooral door de waardestijging van woningen. Zonder het meerekenen van de woningwaarde wordt het verschil nog groter. Wel ligt het doorsnee vermogen in dat geval nipt lager dan in 2010.
Het doorsnee vermogen is niet hetzelfde als het gemiddelde. Bij een gemiddelde wordt alles bij elkaar opgeteld, om het totaal vervolgens te delen door het aantal huishoudens. Het doorsnee is het middelste vermogen van alle vermogens van laag naar hoog op een rij gezet. Op precies het midden heeft de ene helft meer vermogen en de andere helft minder.
Schulden versus bezittingen
Het vermogen van een huishouden bestaat uit de bezittingen min eventuele schulden. De tien procent huishoudens met de laagste vermogens hadden samen meer schulden dan bezittingen. In veel gevallen gaat het om woningbezitters die een hogere hypotheekschuld hebben dan de woning waard is. Aan de andere kant zijn het juist de 10 procent rijkste huishoudens die het grootste deel van de taart bezitten.
Sommige informatie heeft het CBS niet en ontbreekt dan ook bij de telling. Voorbeelden zijn opgebouwde tegoeden bij spaar- en beleggingshypotheken. Ook pensioenaanspraken en andere zaken rond sociale zekerheid tellen niet mee. Dit omdat ze collectief worden geregeld en niet op persoonsniveau toerekenbaar zijn, of overdraagbaar van persoon op persoon.
Verschil rijke en minder vermogende huishoudens kleiner
De vermogensongelijkheid tussen huishoudens neemt sinds 2015 af. Deze trend zette in 2018 door en is een gevolg van de stijgende huizenprijzen. In de periode tussen 2011 en 2014 waren de gevolgen van de crisis op de woningmarkt merkbaar en nam de vermogensongelijkheid juist toe. Over het algemeen zijn de gevolgen van dalende woningprijzen groter voor minder vermogende huishoudens. Rijkere huiseigenaren hebben vaker andere bezittingen, die dalen bij een crisis op de woningmarkt niet automatisch mee in waarde.
Brabantse huishoudens flink vermogend
In de top-10 van meest vermogende gemeenten komen veel Brabantse dorpen voor, waaronder Alphen-Chaam, Hilvarenbeek, Oirschot en Bergeijk. De gemiddelde leeftijd van bewoners ligt in deze dorpen hoog, in verhouding tot de rest van het land. Veelal is tijdens het verstrijken van de jaren afgelost op de hypotheek en is een vermogen opgebouwd.
Op nummer 1 staat Bloemendaal, met een vermogen van doorsnee 337 duizend euro. Dit is bijna 9 keer zo veel als landelijk. Hekkensluiter is Rotterdam, waar het doorsnee vermogen 4,3 duizend euro bedraagt. Ook veel andere grote steden scoren relatief laag. Doorgaans wonen er veel jongeren, uitkeringsgerechtigden en personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Deze groepen hebben doorgaans weinig vermogen.
Je hebt zelf invloed op jouw vermogen. Zo daalt je schuld met extra aflossen op je hypotheek, terwijl je huis in principe hetzelfde waard blijft. Dat geldt niet voor die dure vakantie of de nieuwe auto waarvan de waarde op termijn daalt. Wat dacht je anders van verhuizen naar Bloemendaal…?