← Alle berichten

Straks spaargeld tot € 440.000 belastingvrij!

De fel bekritiseerde belasting op vermogen gaat eindelijk op de schop. Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de Tweede Kamer een nieuw voorstel gestuurd voor deze vermogensbelasting. In het kort betaal je in de nieuwe situatie belasting over een meer realistisch spaarrendement. Ook wordt onderscheid gemaakt tussen spaargeld en beleggingen. Voor spaarders pakt het positief uit zolang de rente laag blijft. Beleggers moeten rekening houden met een hogere aanslag.

Hoe werkt het nu?
Op dit moment betaal je over alles boven de 30.360 euro (of 60.720 euro met fiscaal partner) vermogensbelasting. Daarbij kijkt de fiscus niet of je alleen spaart of ook belegt in bijvoorbeeld aandelen of vastgoed. Het gevolg? De Belastingdienst gaat uit van mogelijke verdiensten die lang niet altijd realistisch zijn. Zeker nu sparen bijna geld kost in plaats van rente oplevert. Je loopt dus het risico te betalen over een rendement dat je helemaal niet maakt. Bij een vermogen boven de € 70.000 wordt uitgegaan van bijna 2 procent rendement. Geen enkele spaarbank komt zelfs maar in de buurt.

Straks alleen belasting over daadwerkelijke spaarrente
In de nieuwe situatie wordt wel rekening gehouden met hoe je jouw vermogen beheert. Heb je bijvoorbeeld alleen spaargeld en geen beleggingen? Dan is de kans groot dat je helemaal geen vermogensbelasting meer betaalt. De fiscus neemt aan dat je over het spaargeld een reguliere spaarrente ontvangt, dat zou nu zo’n 0.09 procent zijn. Over de ontvangen rente betaal je vervolgens 33 procent belasting. Overigens is de eerste €400 aan rente-inkomsten onbelast. 

Rekenvoorbeeld
Stel je hebt €100.000 spaargeld. Uitgaande van 0.09 procent is de rente-opbrengst €90 per jaar. Die hoef je niet te betalen omdat de eerste €400 onbelast is. 

In het nieuwe systeem kan een stijging van de rente grote gevolgen hebben. Een rente van 2,5 procent zou bij hetzelfde spaarsaldo €2.500 opleveren. Daar gaat vervolgens de onbelaste eerste €400 vanaf, waardoor €2.100 resteert. Over dat bedrag betaal je 33 procent belasting, ofwel €693. 

Belegger betaalt de rekening
Voor de gemiddelde belegger pakken de nieuwe plannen minder positief uit. De fiscus neemt aan dat je met beleggen 5,6 procent rendement maakt. Over dat rendement ben je vervolgens belasting verschuldigd.

Stel je hebt de eerder genoemde €100.000 volledig belegd. Het rendement dat je volgens de fiscus maakt is €5.600. Trek daar de onbelaste €400 vanaf en er blijft €5.200 over. De belasting bedraagt 33 procent, ofwel €1.716‬. 

Zeker als je met een groot deel van je vermogen belegt, ga je er in de nieuwe situatie al snel op achteruit. Dat komt vooral omdat de belasting wordt geheven over het daadwerkelijke bedrag waar je mee belegt. Het is merkwaardig dat bij beleggingen een gemiddeld rendement wordt aangehouden. Realistischer zou zijn om, net als bij sparen, uit te gaan van de daadwerkelijke opbrengst. De standaard 5.6 procent is namelijk voor lang niet alle beleggingen reëel. 

Voorlopig voorstel
De komende tijd wordt het voorstel uitgewerkt in een wetsvoorstel, dat voor de zomer van 2020 aan de Tweede Kamer wordt gestuurd. Daarbij zal ook in kaart worden gebracht wat de effecten zijn voor specifieke groepen. Het wetsvoorstel kan dan voor het einde van 2020 in de Tweede en Eerste Kamer worden behandeld. 

Op het eerste gezicht klinken de nieuwe plannen goed voor jou als spaarder. Nu lijkt het onwaarschijnlijk maar ooit kan de rente weer stijgen. Dan ziet het plaatje er minder rooskleurig uit. Ook mensen die met een relatief groot bedrag beleggen, krijgen de rekening gepresenteerd.