Wie in mei afrekende aan de pomp, betaalde voor de brandstof gemiddeld 9,7 procent meer dan een jaar eerder. Ook zaken als boodschappen, kleding en de vakantiebestemming werd duurder. Wat helaas niet stijgt is de spaarrente. Tegenover de stijgende kosten staat dan ook geen hogere spaaropbrengst. Zeker bij de grootbanken ga je er met sparen flink op achteruit. Waar krijg je nog wel rendement voor je geld?
De door het CBS gemeten inflatie is in 2018 niet onder de 1 procent gekomen, met een piek van gemiddeld 1,7 in mei. Daar is de prijsstijging van huizen en huurverhogingen niet in meegenomen. Een reguliere spaarrekening van Rabobank, ABN AMRO en ING levert op dit moment 0,05 procent aan spaarrente op. Langzamerhand snoept de inflatie aan je spaarsaldo.
Belasting op spaargeld
Spaarders met meer dan € 30.000 spaargeld betalen daarover ook nog eens belasting. De hoogte van deze spaartax is afhankelijk van het totale vermogen. Over het gedeelte tussen de € 30.000 en € 100.000 betaal je effectief 0,61 procent. Staat er meer op de rekening, dan wordt het percentage stapsgewijs hoger.
Hoogste spaarrente
De rente bij de grote banken is traditioneel lager dan bij specifieke spaarbanken. Op dit moment bieden LeasePlan bank en ASR met 0,35 procent de hoogste spaarrente. Ook geen vetpot maar daar is de nul in ieder geval nog niet in zicht.
Een andere optie is je spaargeld vastzetten voor een hogere rente. Voor een periode van twee jaar is de hoogste spaarrente in dat geval 0,95 procent (Anadolubank). Pas bij 10 jaar vastzetten kom je met 1,65 procent in de buurt van de meest recente inflatie. Dat lijkt geen aantrekkelijk alternatief.
Beleggen als alternatief
Een andere optie is beleggen in een aandelen of ander beleggingsfonds. Op de langere termijn levert dit statistisch gezien meer op dan sparen. Had je begin 2013 in de Nederlandse beurs (AEX) belegd, dan leverde je dit een gemiddeld jaarrendement op van maar liefst 12 procent.
Kanttekening is wel dat je dan precies op een goed moment was begonnen met beleggen. De koersen zijn sinds die tijd, met een tussentijdse dip eind 2015, fors opgelopen. Behaal je in de toekomst een gemiddeld jaarrendement van 4 procent, is ook dat nog altijd meer dan welke spaarrekening ook.
Beleg alleen met geld dat je kunt missen
Wanneer je overweegt om te gaan beleggen is het belangrijk om het te doen met geld dat je kunt missen. Zodat je in mindere beleggingstijden rustig kunt afwachten en niet je verlies hoeft te nemen omdat de auto kapot is gegaan. Vraag jezelf ook goed af wat het doel is van je belegging en koppel er een termijn aan waarin je dat doel wilt bereiken.
Krijg je al koude rillingen bij de gedachte aan kelderende aandelenkoersen? Laat je spaarsaldo dan veilig op de spaarrekening staan. Bij beleggen loop je het risico dat je vermogen minder waard wordt, bijvoorbeeld wanneer de economische groei omslaat in een krimp. Wanneer jij dan tegen verlies aankijkt, moet je nog wel kunnen slapen.
Voor de richting van de spaarrente is het afwachten wat de Europese Centrale Bank (ECB) binnenkort voor stappen onderneemt. Vooralsnog ga je er als spaarder alleen maar op achteruit. Zeker bij de grotere banken zal het nog lang duren voordat de spaarrente op inflatieniveau terecht komt.