← Alle berichten

Woningnood: jongeren wonen steeds langer thuis

Jongeren vliegen steeds later uit. Tien jaar geleden was de gemiddelde leeftijd waarop jongeren op zichzelf gingen wonen 23,6 jaar. Inmiddels is dat opgelopen tot 24,6 jaar, blijkt uit cijfers van het CBS. Zijn jongeren minder zelfstandig geworden of is er meer aan de hand? Eén ding is zeker: financieel blijft ‘Hotel Pa & Ma’ onverslaanbaar voor jongeren.

Het CBS maakt onderscheid in jonge en oude jongvolwassenen. Beide groepen blijven langer onder de vleugels van hun ouders. Het aandeel 18-jarigen dat thuis woont steeg van 85 procent in 2006 tot 88 procent in 2016. Het percentage 24-jarigen met een kamer bij zijn ouders steeg van 32 tot 36 procent. Zelfs op 27-jarige leeftijd woont nog steeds 17 procent op zolder.

 

Wat maakt het ouderlijk huis zo aantrekkelijk?

Zelfstandige woonruimte vinden is moeilijk voor jongeren. Ga je studeren, dan moet je op zoek naar een studentenkamer. In populaire studentensteden als Amsterdam en Utrecht is 450 euro huur voor een kamertje niet vreemd. Te duur? Voor jou tien anderen. Als je afgestudeerd bent en je wilt iets huren, vergeet het maar als je budget lager is dan € 1.000 per maand.

Huren via een woningbouwcorporatie is maar weinigen gegeven. De wachtlijsten zijn lang en als je aan de beurt bent, heb je als hoogopgeleide waarschijnlijk al een te hoog inkomen. Bovendien moet je acht jaar van tevoren al zeker weten in welke plaats je acht jaar later wil wonen. Verhuis naar een andere stad en je teller staat weer op nul.

Kopen is goedkoop, maar mag niet

Een huis kopen is qua maandlasten momenteel heel aantrekkelijk. De hypotheekrentes van nu werden enkele jaren geleden voor onmogelijk gehouden. Maar kopen is niet voor iedereen weggelegd. Vaste contracten worden niet snel meer gegeven en het bedrag dat je aan spaargeld mee moet nemen wordt elk jaar hoger. Reken op € 15.000 voor een huis van € 200.000 euro in 2018. Dat krijg je in een prijzig huurappartement niet bij elkaar gespaard.

Lenen, lenen, lenen

De nieuwe generatie studenten steekt zich diep in de schulden om te studeren. Het nieuwe leenstelsel zadelt jonge mensen op met een schuld van gemiddeld € 24.000. Geen wonder dat jongeren het studentenleven in de stad laten voor wat het is en liever bij hun vader en moeder blijven wonen. Je studieschuld is namelijk ook een blok aan het been als je een huis wilt kopen na je studie.

Geen student? Dan ook langer thuis wonen

Niet iedereen studeert. Jongeren die voor een beroepsopleiding kiezen en sneller aan de slag gaan, hebben ook moeite met het vinden van zelfstandige woonruimte. Je hebt immers een flinke zak eigen geld nodig als je een huis wilt kopen. Ben je op je 19e begonnen met werken, dan moet je dat nog steeds bij elkaar zien te sparen.

In Nederland hebben we echter nog steeds te maken met het moeilijk verklaarbare jeugdloon. Tot je 23e hoeven werkgevers maar een deel te betalen van het wettelijk minimumloon. Een 19-jarige met het minimumloon, verdient in 2016 € 785 euro bruto per maand voor een fulltime baan.

Als je een appartement wilt kopen van € 125.000, dan moet je in 2018 € 7.500 aan spaargeld meebrengen. Je hoeft geen wiskundige te zijn om te zien dat iemand die werkt tegen jeugdloon nog wel even bij zijn of haar ouders zal wonen.

Je hoeft als ouder niet fantastisch te kunnen koken als je graag je kinderen thuis houdt. Daar zorgen de leenregels voor studeren en wonen wel voor. Ben je na twintig jaar opvoeden wel toe aan wat rust in huis, dan ontkom je er bijna niet aan om je kind linksom of rechtsom op weg te helpen.