De olieprijs daalde in de afgelopen tijd naar het laagste niveau sinds 2004. Dat is te merken aan de pomp. Met een benzineprijs van gemiddeld € 1,539 per liter ben je nu 19% goedkoper uit dan een half jaar geleden. Goed nieuws dus. Hoewel, niet voor iedereen is de lage olieprijs prettig. Hoe zit dat precies? En wat kunnen we de komende maanden verwachten? Zit er nog een verdere prijsdaling in het vat?
De waarde van olie wordt uitgedrukt in de prijs per vat. Dat is het bedrag dat je in het journaal meestal voorbij hoort komen. Die prijs per vat is het bedrag voor olie die uit de Noordzee komt. Olie uit de Verenigde Staten heeft een ander tarief. Simpel gezegd: de ene olie is de andere niet. De Noordzee-olie kost per 23 december 36,14 dollar per vat. Het goedkoopst sinds 2004.
Economie kabbelt
Verschillende factoren bepalen de olieprijs. De belangrijkste is de vraag naar olie. Deze staat onder druk omdat de wereldeconomie minder hard groeit. Bijvoorbeeld in China is veel minder olie nodig dan enkele jaren geleden toen de industrie daar op volle stoom draaide. Ook in Brazilië is de economie ingestort. Ofwel: we hebben wereldwijd minder olie nodig.
Er is te veel olie
Maar terwijl de vraag afneemt, blijft het aanbod hetzelfde. Landen als Saoedi-Arabië, Koeweit, Qatar, Iran en Rusland produceren veel olie. In die landen is olie dé of één van de belangrijkste inkomstenbronnen. Ze pompen meer olie uit de grond dan nodig is om aan de vraag te voldoen. Zo ontstaat er een overschot. En dus gaan de landen concurreren op prijs om zo hun olie aantrekkelijk te maken.
Olielanden in de problemen
De olierijke landen krijgen minder geld binnen. Dit heeft grote gevolgen voor hun overheidsbegroting maar desondanks willen de landen niet de oliekraan dicht draaien om zo de prijs te laten stijgen. Het risico is te groot dat ‘klanten’ in dat geval bij andere landen gaan olieshoppen.
Ook Shell, Nederlands’ grootste bedrijf, heeft last van de lage olieprijs. Is er door kabbelende wereldeconomie minder olie nodig, dan hoeft er minder olie verwerkt te worden. En dat verwerken, dat doet Shell.
Wat zijn jouw voordelen?
Jouw voordeel zijn de lage prijzen aan de pomp. Met een benzineprijs van € 1,54 en dieselprijs van € 1,16 betaal je erg weinig voor een volle tank. Ook kun je de lage brandstofprijs indirect terugzien in goedkopere vliegtickets. Al hebben vliegtuigmaatschappijen vaak contracten voor langere termijn gesloten, waardoor je het voordeel pas later zou kunnen merken.
Olie wordt daarnaast in veel producten verwerkt. Bijvoorbeeld plastic en polyester. Een jas of speelgoed voor de kinderen kan goedkoper gaan worden.
Blijft de benzineprijs dalen?
De olieprijs zal op korte termijn niet gaan stijgen. De concurrentie blijft hevig en de huidige vraag naar olie is niet sterk genoeg. Een verdere daling ligt eerder voor de hand. De olierijke landen voeren een soort uitputtingsslag: een wedstrijd wie de diepste zakken heeft om de tegenvallende financiële resultaten op te kunnen vangen.
Uiteindelijk komt er een moment dat het produceren van olie te veel verlies oplevert en de kraan in een land noodgedwongen dicht gaat. Dan neemt het aanbod af, stijgt de vraag, stijgt de olieprijs en stijgt ook de prijs voor benzine en diesel. De lage prijs is dus niet de toekomstige standaard. Ergens gaat deze weer de lucht in.
De brandstofprijzen zijn laag en blijven dat nog wel even. Goed nieuws dus voor autobezitters. Wie maximaal voordeel wil, kijkt net over de grens. In België betaal je voor benzine (euro loodvrij) gemiddeld € 1,30. Diesel kost er € 1,11.