Bij woningbouwplannen wordt veel nadruk gelegd op appartementen. Te veel, zo stelt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). De vraag naar appartementen stijgt weliswaar, maar niet in de pas met de bouwplannen. Voor het verlichten van de woningmarkt ziet het instituut meer heil in rijtjeshuizen en andere woningen ‘op de grond’.
Op dit moment woont 66 procent van de huishoudens in een eengezinswoning en 33 procent in een appartement. De verwachting is dat de vraag naar appartementen tot 2030 toeneemt. Vooral jongeren huishoudens en migranten zijn toegewezen op een appartement. Toch voorziet het EIB dat er ook in de toekomst meer behoefte is aan eengezinswoningen.
Aanbod nieuwe appartementen neemt sterker toe dan de vraag
Het EIB heeft gekeken naar de bouwplannen tot 2030, in relatie tot de verwachte vraag. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen appartementen en grondgebonden woningen. Vooral in stedelijke gebieden neemt het geplande aantal appartementen harder toe dan de verwachte vraag. Hierbij is al rekening gehouden met zaken als individualisering, migratie en vergrijzing.
Bouw vooral het juiste type woningen
Volgens het onderzoeksbureau ABF is het tekort aan woningen in het afgelopen jaar gedaald van 330.000 naar 280.000. Ondanks deze afname zijn de prijzen torenhoog en neemt de spanning op de woningmarkt alleen maar toe. Zoveel mogelijk bouwen helpt de woningmarkt niet automatisch vooruit. Belangrijk is dat er woningen worden gebouwd die aansluiten bij de voorkeuren van huishoudens. Hiervoor zouden ongeveer evenveel appartementen als grondgebonden huizen gebouwd moeten worden, zowel in steden als daarbuiten. In de praktijk is het aandeel appartementen veel hoger.
Voor jongeren appartement enige optie
Jonge huizenkopers zijn vaak aangewezen op appartementen. Vaak heeft dit meer met de financiële mogelijkheden te maken dan met een voorkeur voor het type woning. Deze groep staat aan het begin van hun arbeidsleven en heeft niet de luxe van overwaarde op een eerdere woning. Daarnaast speelt mee dat ze vaak voor studie of werk naar de stad trekken, waar het woningaanbod voor een groter deel uit appartementen bestaat.
Hogere inkomens wonen liever niet in een appartement
Verschillende factoren zijn bepalend voor de wens om in een appartement te wonen, waaronder de samenstelling van huishoudens en de leeftijd. Ook het inkomen heeft een duidelijk effect op het gewenste woningtypen. Een hoger inkomen gaat gepaard met meer interesse in een grondgebonden woning. Wanneer de financiën het toelaten, wordt het appartement het liefst ingeruild. Dit geldt gemiddeld genomen ook voor eenpersoonshuishoudens.
Appartementen zijn voor veel mensen ideaal. Geen tuin die je moet onderhouden en een VVE die het grote onderhoud regelt. Voor de doorstroming op de woningmarkt zijn er echter juist meer betaalbare rijtjeswoningen nodig. Hier wordt in bouwplannen te weinig rekening mee gehouden, aldus het EIB. De vraag is in hoeverre daar verandering in komt. Qua aantal nieuwe woningen lijkt de bouw van appartementen aantrekkelijker.