← Alle berichten

Betaal je straks een ‘boete’ op contant geld?

Tot nu toe durven banken een spaarrente onder de nul procent niet aan. Dit uit angst voor reputatieschade en spaarders die hun geld opnemen. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kijkt intussen naar mogelijkheden om contant geld te ontmoedigen. Zo kan de rente bij een volgende crisis toch verder omlaag zonder dat al het geld in een oude sok verdwijnt. Gelukkig is het voorlopig nog een denkbeeldige situatie.

Bij een negatieve rente ontvang je geen vergoeding maar betaal je geld voor het geld op je bankrekeningen. Sparen heeft in die situatie geen zin, je gaat er zelfs op achteruit. In de praktijk zal een negatieve rente de gemiddelde spaarder niet veel kosten. Wel doorbreekt de rente een psychologische grens en weten zowel banken als toezichthouders niet hoe consumenten erop reageren.

Contant geld ontmoedigen
In het volledig afschaffen van contant geld ziet het IMF geen heil. Wel kan het hebben van cash op verschillende manieren minder aantrekkelijk gemaakt worden. Twee manieren die het IMF onderzoekt zijn:

  • Negatieve rente heffen
    Banken als ABN, ING en Rabobank lenen dagelijks contant geld van centrale banken. Ze hebben een soort lopende rekening met een bepaald maximumbedrag dat ze op gewenste momenten opnemen. Zo kunnen ze voldoen aan de vraag van alle klanten die pinnen of contant geld opnemen bij de balie. Geld dat over is, storten ze weer terug.

    De centrale banken kunnen deze vaak kortlopende leningen ontmoedigen met een negatieve rente op contant geld. Hierdoor betaalt de bank een extra premie bij het opnemen van cash. Als voorbeeld nemen we een bank die €200.000 opneemt bij een centrale bank. Vervolgens wil de bank die na twee jaar weer als buffer terugstorten bij dezelfde centrale bank. Die schrijft het bedrag niet voor €200.0000, maar voor bijvoorbeeld €199.000. Het verschil wordt ingehouden als negatieve rente. De bank maakt dus eigenlijk verlies op het contante geld uit de pinautomaat en zal dit niet stimuleren.  

  • Een wisselkoers hanteren
    Hierbij krijgt contant geld een specifieke wisselkoers die per periode vastgesteld kan worden. Winkels moeten vervolgens deze wisselkoers aanhouden. In de praktijk houdt dit in dat de spullen in de winkel na verloop van tijd duurder worden als je met cash afrekent. Je kunt het ook zien als een opslag. Stel je koopt een brood dat je betaalt met een pintransactie, de kosten bedragen €1. Diezelfde euro is maar €0,95 waard wanneer je contant betaald door  de wisselkoers die op dat moment van kracht is. Het brood is in dit geval €0,05 duurder bij contante betaling. Met het aanpassen van de wisselkoers kan het aanhouden van contant geld verder ontmoedigd worden.

Nu alvast geld hamsteren dan maar?
Contant geld blijft tot nu aardig buiten het bereik van centrale banken. Staat het eenmaal op een bankrekening, dan is het vatbaarder voor monetaire strapatsen. Dat is overigens geen reden om al het geld snel van je rekening te halen. Contant geld bewaren levert ook de nodige risico’s op, zo kan het gestolen worden of verloren gaan in een brand. Daarnaast helpt het niet om nu je geld contant te maken als er later een wisselkoers wordt ingevoerd.

Het gaat om een verkennend onderzoek van het IMF. Maatregelen als een wisselkoers zijn niet zomaar ingevoerd. Denk maar eens aan alle winkelsystemen die aangepast moeten worden. Daarnaast gaat het om een verkennend onderzoek en niet om concrete plannen. Geen reden dus om contant geld te vermijden. Dient de volgende crisis zich aan, dan is een ‘boete’ op contant geld minder onwaarschijnlijk als het nu lijkt.