Zo’n veertien jaar terug was het niet vreemd om een aflossingsvrije hypotheek te hebben. Aflossen hoefde niet per se en werd daardoor ook geen prioriteit. Om aflossen aantrekkelijker te maken, is de wet van Hillen in het leven geroepen. Zodra je hypotheekrenteaftrek onder je eigenwoningforfait kwam, kon je deze tegen elkaar afstrepen om belastingnadeel te voorkomen. Daar komt langzamerhand een eind aan.
De Belastingdienst ziet jouw huis als inkomen. Daarom wordt er jaarlijks inkomstenbelasting over gevraagd onder de noemer ‘Eigenwoningforfait’ (EWF). Als tegemoetkoming kan je de rente die je betaald over je huis wel weer aftrekken van je belastbaar inkomen.
Rekenvoorbeelden wet Hillen
Om de toepassing van de wet van Hillen duidelijk te maken, zie je hieronder een situatieschets waarbij het ene huis bijna is afgelost en het andere helemaal niet. In dit voorbeeld gaan we uit van de percentages die in 2018 gelden voor EWF (0,7%), bij een hypotheekrente van van 4%.
Wet Hillen stapsgewijs ontmanteld
Het afsluiten van een nieuwe aflossingsvrije hypotheek is sinds 2013 niet meer mogelijk. Het stimuleren van aflossen is daarmee overbodig geworden. Kabinet Rutte III ontmantelt de wet Hillen stapsgewijs.
Ieder jaar 3,33%, tot 2049, meer EWF betalen
Gelukkig wordt de wet niet in één keer afschaft. Omdat het stapsgewijs gaat, is het effect op jouw woonlasten verspreid over dertig jaar. In de praktijk houdt dit in dat je jaarlijks 3,33 procent meer aan eigenwoningforfait betaalt. Je kunt er dus in ieder geval rustig wennen. Als we kijken naar situatie twee in het voorbeeld, zal je over 2019 ongeveer €58,28 eigenwoningforfait moeten betalen.
Ondanks dat de wet van Hillen langzaam wordt afgebouwd, kan het vervelend voor je zijn als jij met je goede gedrag netjes hebt afgelost. Wel gaat voor de gemiddelde woning het eigenwoningforfait tot 2024 met 0,005 procent per jaar omlaag. Dat verzacht de financiële pijn enigszins.