De lage hypotheekrente lokt iedereen naar een koophuis. Na het dieptepunt van 2013 worden er weer huizen verkocht aan mensen in alle leeftijden. Er is echter één leeftijdscategorie die sterk achterblijft: de jongeren van 25 jaar en jonger. Volgens ING zijn er verschillende redenen waarom jonge twintigers geen huizen kopen. Zonder financiële hulp van bijvoorbeeld ouders is er weinig mogelijk.
Zelf veel geld meenemen
De belangrijkste reden dat jongeren veel minder huizen kopen dan voor de crisis, zijn de leenmaatregelen. Elk jaar moet je als koper verplicht meer eigen geld meenemen, tot je in 2018 maximaal 100 procent van de woningwaarde mag lenen. Dat betekent dat je de kosten koper helemaal uit eigen zak moet betalen, terwijl je die vroeger in de hypotheek kon opnemen.
Voor doorstromers zijn de kosten koper meestal goed te dragen. Ze hebben de beschikking over een prima overwaarde van hun vorige huis, of hebben een financiële buffer opgebouwd. Volgens ING hebben jongeren onder de 25 jaar gemiddeld een eigen vermogen van 2.000 euro. Daar kom je niet ver mee.
Dat heeft overigens niet per se te maken met een te lage spaardrift bij de jeugd. Tot hun 23e krijgen jongeren bij vrijwel alle werkgevers slechts een jeugdloon uitbetaald. Een substantieel lager salaris dan oudere werknemers krijgen voor hetzelfde werk.
Alleen hypotheek voor hoogopgeleide flexwerker
Een ander probleem dat jongeren parten speelt bij het kopen van een huis, is de opkomst van flexwerk. Een vast contract in de lagere regionen van de arbeidsmarkt is een zeldzaamheid geworden. Tijdelijke contracten zijn de regel. Voor oudere, hoogopgeleide flexwerkers zijn er inmiddels initiatieven uitgerold die ze toch aan een hypotheek kunnen helpen. Voor jongeren zijn die er niet.
‘Studenten hebben meer tijd nodig voor het kopen van een huis’
De economen van ING noemen ook nog een andere reden voor het wegblijven van de jongste groep kopers. Universiteiten en hogescholen krijgen elk jaar weer meer studenten in de collegebanken. Omdat het langer duurt voor zij de arbeidsmarkt opgaan, duurt het ook langer voor ze hun eerste koophuis hebben, zo redeneert ING.
Wat is de oplossing?
Het is niet onmogelijk voor 25 minners om een huis te kopen. Daar hebben ze meestal wel een beetje hulp bij nodig. Een uitstekende mogelijkheid is bijvoorbeeld door middel van een familiehypotheek. In zo’n constructie kunnen ouders geld uitlenen aan hun kinderen, waardoor ze net wel een huis kunnen kopen. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Ouders krijgen een hoger rendement op hun spaargeld dan bij de bank, terwijl hun zoon of dochter minder kwijt is aan rente dan bij de bank.